Orange Kids Foundation gaat voor de glimlach

door: Roelof Jan Vochteloo | 13 oktober 2011

Kent u dat verhaal van die vier jongens die in een busje naar het WK voetbal in Zuid-Afrika reisden? Omdat ze niet alleen bandensporen wilden achterlaten, besloten ze tot de oprichting van de Orange Kids Foundation: een stichting die sporttoernooien organiseert in ontwikkelingslanden.

Charles van Druten is bestuurslid Algemene Zaken van de Orange Kids Foundation. “Onze vriendengroep ontstond op de middelbare school en tot drie jaar geleden hebben we samen gevoetbald bij VV Amstenrade. Ook toen we in Tilburg en Eindhoven zijn gaan studeren, hielden we contact. Zo nu en dan bezochten we wedstrijden van het Nederlands elftal en dan gingen we verkleed als oranje leeuwen. Dat werd een beetje ons handelsmerk.“ De jongens schaften een busje aan om samen op vakantie en naar wedstrijden van Oranje te gaan. Ze bezochten samen het EK voetbal 2008 en toen de plaatsing voor het WK 2010 een feit was besloten ze naar Zuid-Afrika te rijden.

Het ludieke plan leidde tot scepsis bij de buitenwacht, maar de plannen werden doorgezet. De vier vrienden gingen. Zelf kon Van Druten door ‘een gebrek aan liquide middelen’ niet meegaan. De jongens kwamen overeen dat ze niet alleen bandensporen wilden achterlaten in Afrika en dat leidde in januari 2010 tot de oprichting van de Orange Kids Foundation.
“We hebben gekozen voor het organiseren van sporttoernooien, omdat we zelf allemaal affiniteit hebben met sport. Je hebt natuurlijk al organisaties als Artsen zonder Grenzen, Unicef en SOS kinderdorpen. Wij wilden de nadruk niet leggen op ellende, maar op een glimlach. In onze ogen is dat een heel wezenlijk doel. Het is oprecht, leuk en relatief makkelijk te bereiken. Daarnaast geeft het je een heerlijk gevoel om die kids zoveel plezier te zien hebben.”

In maart 2010 vertrok het viertal richting Kaapstad. Twee maanden later organiseerden ze in Kimilili (Kenia) het eerste sporttoernooi voor zo’n vijfhonderd kinderen. “Na terugkomst van de reis in Nederland was het enthousiasme zo groot en waren alle reacties zo positief, dat we besloten om verder te gaan met de Orange Kids Foundation.”

De stichting telt momenteel vijf actieve bestuursleden, allen halverwege de twintig. Charles rondde de opleiding Sport, Economie en Communicatie af en heeft inmiddels een fulltime baan. “We zijn jong, ambitieus, maar nog niet uitgeleerd. Daarom hebben we ook een drie leden tellende Raad van Advies in het leven geroepen. De RvA kan ons een spiegel voorhouden en deuren openen om zaken voor elkaar te krijgen.” Iedereen zet zich belangeloos in. Sinds februari heeft de Orange Kids Foundation ongeveer zeventig donateurs die maandelijks een bijdrage overmaken. “Donateurs kunnen kiezen uit een bedrag van maximaal tien euro per maand. Daarnaast zoeken we ook bedrijfssponsoren. Door onze ANBI-status is sponsoren financieel voordelig, omdat ze dit bedrag volledig van hun vennootschapsbelasting af kunnen trekken.”

De Orange Kids Foundation schakelt de hulp in van mensen die vanwege een stage, studie of werk sowieso al naar een ontwikkelingsland zouden gaan. Hierdoor spaart het dure vliegtickets uit. “Voetbal is overal populair en daarom is het leuk om een voetbaltoernooi van de grond te krijgen, maar andere sporten mogen ook gerust. In Tanzania hebben we ook spellen als touwtrekken en zaklopen georganiseerd.” De stichting voorziet zijn vrijwilligers van alles wat nodig is om het toernooi te kunnen laten slagen, zoals T-shirts en medailles voor alle kinderen, ballen, pompen en hesjes. “We sturen dus geen zak met geld in de hoop dat het goed gebruikt wordt. Wel sturen we geld op om een lunch te kunnen verzorgen. Een toernooi organiseren voor vijfhonderd kinderen kan al vanaf duizend euro. Met relatief weinig geld is dus hartstikke veel mogelijk, dat geeft een kick.”

Van Druten wijst op het feit dat georganiseerde sport voor kinderen in Nederland een vanzelfsprekendheid is, amper een voorrecht. “De kinderen die we bereiken zijn niet per definitie ongelukkig, toch denken we met sport bij te kunnen dragen aan een grotere levenskwaliteit. Misschien is het een druppel op een gloeiende plaat, het is toch al pure winst om een kind te zien lachen. Als je ziet hoe trots een kind is als het een medaille krijgt, weet je dat het alle moeite waard is geweest!”

Na het toernooi in Kenia organiseerde de Orange Kids Foundation in januari een toernooi in Moshi (Tanzania). Eind oktober organiseert vrijwilliger Joeri Jaegers het derde toernooi in Rio de Janeiro, midden in de favela’s. “In Rio werken we nauw samen met IBISS en in Kenia en Tanzania werkten we ook samen met bepaalde organisaties. Zij leveren ons een netwerk en wij proberen dan het plezier te leveren.” Momenteel zoeken de jongens uit of ze dit jaar ook nog toernooien kunnen organiseren in Zimbabwe en Uganda. “Volgend jaar willen we naar vier à acht toernooien groeien, verspreid over de hele wereld. Dan willen we ook starten om jaarlijks op deze plaatsen terug te komen, zodat we iets blijvends neerzetten.”

Uiteindelijk wil de Orange Kids Foundation de toernooien koppelen aan overige ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld verbeterde sanitaire voorzieningen of het openen van een schoollokaal. Het wil stapje voor stapje groeien en ook toewerken naar het CBF-keurmerk. “Het ultieme doel is om over een jaar of dertig een grote jongen te zijn tussen namen als Unicef en Right to Play. Alles begint met een droom.”

Bron: Sport Knowhow

0 antwoorden

Laat een reactie achter

Wilt u zich mengen in de discussie?
Voel u niet bezwaard om bij te dragen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *